De lamp die op de kandelaar geplaatst is, waarover het Evangelie spreekt, is Jezus Christus, werkelijk licht van de Vader die elke mens die in de wereld komt verlichten (Joh 1,9). Wat betreft de kandelaar, dat is de heilige Kerk. Op haar prediking rust het lichtende Woord van God, dat de mensen van de gehele wereld als bewoners van zijn huis verlicht, en dat alle geesten vervult met kennis van God. Het Woord wil niet onder de korenmaat blijven, zij wenst goed duidelijk neergezet te worden op de top van de Kerk. Verborgen onder de letter van de Wet als onder de korenmaat, onthoudt het Woord alle mensen van haar eeuwig licht. Zij zou niet de eeuwige geestelijke contemplatie gegeven hebben aan hen die proberen om zich vrij te maken van de verleiding van de zintuigen, die in staat zijn tot illusies en spoedig alleen stoffelijke en vergankelijke zaken waarnemen. Maar op de kandelaar geplaatst, die de Kerk is, dat wil zeggen in de geest en in waarheid gefundeerd op de eredienst (Joh 4,24), verlicht zij alle mensen… Want de letter, als ze niet volgens de Geest begrepen wordt, heeft geen enkele materiële en beperkende waarde op zichzelf, zij helpt de intelligentie de draagwijdte van wat geschreven is te grijpen… Laten we de aangestoken lamp, dat wil zeggen het Woord van God dat de intelligentie verlicht, dus niet onder de korenmaat plaatsen door onze gedachten en onze handelingen. Laten we niet schuldig zijn aan het onder de letter verbergen van de onbegrijpelijke kracht van de goddelijke Wijsheid. Laten we het Woord liever op de kandelaar plaatsen die de Kerk is, op de top van de ware contemplatie die voor allen het licht van de goddelijke openbaring laat schijnen.