Van de Heer is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen, Hij heeft haar op de zeeën gegrondvest, op de stromen heeft Hij haar verankerd. Wie mag de berg van de Heer bestijgen, wie mag staan op zijn heilige plaats? Wie reine handen heeft en een zuiver hart, zich niet inlaat met leugens. Zegen zal hij ontvangen van de Heer en recht verkrijgen van God, zijn Redder. Dat valt hun ten deel die U zoeken, die zich tot U wenden – het volk van Jakob